Partijen biomassa kunnen onder andere als gevolg van weersinvloeden, duur van de opslag, samenstelling, deeltjesgrootte en herkomst grote verschillen laten zien in onder andere stookwaarde, as-gehalte, vochtgehalte of andere parameters. Het nemen van een representatief monster is daarom cruciaal om tot een betrouwbaar monster en dus betrouwbare analyses te komen.
De NEN EN ISO 18135 methode schrijft voor op welke wijze er uit een partij biomassa een representatief monster kan worden getrokken zodanig dat verschillen als gevolg van een volstrekt willekeurige greep kunnen worden geminimaliseerd.